Gebruikershulpmiddelen

Site-hulpmiddelen


Bijlage 33

Wet- en regelgeving m.b.t. hijs- en hefmiddelen

1. Omschrijving van de wet- en regelgeving m.b.t. hijs- en hefmiddelen

1.0 Hijs- en hefmiddelen
Het gebruik van hijs- en hefmiddelen is gebonden aan regels en voorschriften. Deze regels en voorschriften zijn ontstaan uit het risico dat het gebruik van hijs- en hefmiddelen met zich meebrengt. De wetgever heeft een aantal algemene regels en voorschriften opgenomen in de wetgeving.

1.1 Machinerichtlijn
In de Europese Machinerichtlijn zijn de minimale veiligheidseisen die aan producten moeten worden gesteld vastgelegd. De Machinerichtlijn is in eerste instantie bedoeld om handelsbelemmeringen binnen Europa te voorkomen. Verder legt de Machinerichtlijn de verantwoordelijkheid voor het op de markt brengen van een veilige machine bij de fabrikant, importeur of leverancier. Vanaf 1 januari 1995 mogen er geen machines meer verhandeld of in gebruik genomen worden die niet voorzien zijn van een correct aangebrachte CE-markering.
Voor hoogwerkers is de datum 1 januari 1997 van toepassing. Dit geldt ook voor gebruikte machines en hoogwerkers afkomstig uit landen van buiten de Europese Unie.
Degene die deze markering (merkteken) heeft aangebracht of laat aanbrengen, heeft zich ervan vergewist dat het product met alle dwingende bepalingen van de Europese Unie in overeenstemming is. De Machinerichtlijn is in de Nederlandse wetgeving overgenomen in de Warenwet. De wetten zijn verder uitgewerkt in de Warenwetregeling machines.
N.B.:

  1. Bovenstaande is alleen van toepassing binnen Europa. Buiten Europa krijgt men te maken met de lokale wetgeving op dit gebied. Ditzelfde geldt ook voor een aantal hierna genoemde punten.
  2. In beleidsregel 7.4-1 "Deugelijkheid kranen" worden onder andere de normen aangegeven waaraan hijskranen moeten voldoen die in bedrijf genomen zijn voor 1 januari 1995 en die niet voorzien zijn van een CE-markering.

1.2 Gebruiksaanwijzing
De gebruiksaanwijzing heeft door de komst van de Machinerichtlijn een nadrukkelijker functie gekregen. Fabrikanten dienen het bedoelde gebruik te omschrijven in de gebruiksaanwijzing. De gebruiker dient de gebruiksaanwijzing op te volgen.

1.3 Richtlijn Arbeidsmiddelen
De Europese Richtlijn Arbeidsmiddelen is bedoeld om de veiligheid en de gezondheidsbescherming op de werkplek te verbeteren. Arbeidsmiddelen zijn alle apparaten, machines, gereedschappen en installaties die op de arbeidsplaats worden gebruikt. Vanaf 5 december 2002 dienen alle arbeidsmiddelen aan deze richtlijn te voldoen.
De minimumvoorschriften van Europese Richtlijn Arbeidsmiddelen zijn opgenomen in het Arbobesluit (zie ook de alinea 1.5 Arbobesluit hieronder).

1.4 Richtlijn betreffende de veiligheids- en gezondheidssignalering op het werk
De Richtlijn betreffende de minimumvoorschriften voor de veiligheids- en gezondheidssignalering op het werk (92/58/EEG) is bedoeld om de verbetering van met name het arbeidsmilieu te bevorderen, teneinde de veiligheid en de gezondheid van de werknemers te bevorderen. Onder veiligheids- en gezondheidssignalering wordt een signalering verstaan die - al naar gelang het geval - op een bepaald object, een bepaalde activiteit of een bepaalde situatie wordt toegepast, door middel van een bord, een kleur, een lichtsignaal, een akoestisch signaal, een mondelinge mededeling of een hand- of armsein, een aanwijzing of een voorschrift verstrekt met betrekking tot de veiligheid en gezondheid op het werk.

1.5 Arbobesluit
In hoofdstuk 7 van het Arbobesluit “Arbeidsmiddelen en Specifieke Werkzaamheden” zijn de belangrijkste regels en voorschiften opgenomen voor hijs- en hefmiddelen. Het betreft regels en voorschriften ten aanzien van aanschaf, keuringen, veiligheidsvoorzieningen en gebruik van hijs- en hefmiddelen. In het Arbobesluit zijn de eisen vermeld die in de Richtlijn arbeidsmiddelen zijn opgenomen.

1.6 Arboregeling
In hoofdstuk 7 van de Arboregeling zijn nadere regels en voorschriften opgenomen ten aanzien van persoonscertificatie van machinisten werkzaam op bouwplaatsen.
Verder zijn in hoofdstuk 8 van de Arboregeling de eisen opgenomen zoals vermeld in de Richtlijn Veiligheids- en gezondheidssignalering.

1.7 Arbobeleidsregels
De van toepassing zijnde Arbobeleidsregels zijn ondergebracht in bijlage 28 van de Arbocatalogus Waterbouw.

1.8 Warenwetbesluit machines
In hoofdstuk 3, Keuring en certificatie, is een invulling gegeven aan het gestelde in de Machinerichtlijn. De keuring van hijskranen staat omschreven in het Warenwetbesluit machines, hoofdstuk 4, Verkeer en gebruik, artikel 6d.

1.9 Warenwetregeling machines
In artikel 2a van de Warenwetregeling machines zijn nadere regels en voorschriften opgenomen ten aanzien van certificatie van hijskranen.

2.0 Machinerichtlijn en transporthouders
Voor enkele middelen waaronder transporthouders, heeft de Europese commissie bepaald dat ze niet onder de werkingssfeer van de machinerichtlijn vallen (bron: EUROPA -WG-2006.13rev2-EN List of lifting accessories). Het zal duidelijk zijn dat deze transporthouders wel onder de Arbowet vallen.

2.1 Zelfgemaakte hijs- en hefmiddelen
Alle zelfgemaakte hijs- of hefmiddelen dienen te voldoen aan de hiervoor geldende richtlijnen. Dit betekent dat de maker van het betreffende hijs- of hefmiddel (de maker wordt gezien als fabrikant) de procedure volgens de Machinerichtlijn dient te doorlopen om vervolgens de CE-markering op het middel aan te brengen en een verklaring van overeenstemming uit te schrijven. Voor zelfgemaakte hijs- of hefgereedschappen die vóór 1 januari 1995 in gebruik genomen zijn, zijn de gestelde eisen in de Richtlijn Arbeidsmiddelen van toepassing.

2.2 Hijs- of hefmiddelen met verwisselbare uitrustingsstukken
Voor middelen met verwisselbare uitrustingsstukken geldt dat het basismiddel voorzien dient te zijn van een CE- markering en een IIA-verklaring van overeenstemming. In het algemeen wordt voor hulpstukken een IIB-verklaring van overeenstemming afgegeven.
Op basis van de documentatie van het basismiddel moet blijken of een verwisselbaar uitrustingsstuk gebruikt mag worden. Indien de functie van het middel wordt gewijzigd, dient een nieuwe CE-markering te worden aangebracht. Voorbeelden hiervan zijn: de bevestiging van een giek aan een verreiker of de bevestiging van een hijshaak aan een grondverzetmachine (wiellader).

2.3 Certificering en erkenning voor het keuren en beproeven van hijs- en hefmiddelen
De wetgeving met betrekking tot de certificering en erkenning voor het keuren en beproeven van hijs- en hefmiddelen is aan de wal en aan boord van schepen verschillend geregeld t.w.:

  • De erkenning van keurbedrijven voor hijs- en hefmiddelen die aan de wal gebruikt worden met uitzondering van mobiele kranen of torenkranen met een bedrijfslastmoment ≥10tm is niet wettelijk geregeld. In artikel artikel 7.4a lid 5 van het Arbobesluit staat voor deze groep hijs- en hefmiddelen exclusief de genoemde uitzonderingen; “Keuringen worden uitgevoerd door een deskundige persoon, rechtspersoon of instelling”. De genoemde instellingen worden in de wet niet verder gespecificeerd.
  • Voor het keuren en beproeven van hijs- en hefwerktuigen en hijs- en hefgereedschappen aan boord van schepen voor het laden en lossen wordt in het Arbobesluit gesproken over onze Minister en gecertificeerde instellingen. Tevens wordt hier gesproken over certificaatformulieren die door de gecertificeerde instelling mogen worden afgegeven. Voor de uitvoering van deze taken heeft de minister de classificatie- of klassenbureaus aangewezen. Deze erkenning is dus wettelijk geregeld (zie Arbobesluit artikel 7.29 lid 7).

2.4 De rol van klassenbureaus m.b.t. het keuren en beproeven van hijs- en hefmiddelen
Een onderzoekingsbureau of classificatiebureau, vaak klassenbureau genoemd, is een niet-gouvernementele organisatie die van oudsher het casco en de machinerieën van schepen inspecteert.
Doel van de klassenbureaus
Klassenbureaus geven regels en voorschriften uit voor de bouw en uitrusting van schepen. Zij houden toezicht op de bouw en volgen de levensloop van een schip door periodieke controle. Het klassenbureau verstrekt voor deze schepen een “hull” en “machinery” certificaat met klasse-teken en de schepen worden in een register opgenomen. Op die manier hebben reders, verschepers en verzekeraars een waarborg voor een betrouwbare constructie.
Link tussen klassenbureaus en wetgever
Elke staat waarin schepen worden geregistreerd [vlaggenstaat] moet erover waken dat schepen die onder haar vlag varen zich gedragen in overeenstemming met het internationaal recht. Daarvoor stelt de wetgever van dit land eisen aan zaken zoals stabiliteit, veiligheid en milieu. Vaak worden klassenbureaus geautoriseerd om deze zaken te controleren. De stabiliteit en veiligheid m.b.t. casco en machines wordt geborgd door het “hull” en “machinery” certificaat van een klassenbureau. Hierop kan de vlaggenstaat de bijbehorende certificaten zoals “loadline”certifcaat etc. uitgeven. Voor de overige punten m.b.t veiligheid en milieu (ILO en IMO regels) kan de vlaggenstaat kiezen om deze zelf te controleren of deze ook te delegeren. In Nederland wordt dit geregeld door de Inspecties Verkeer en Waterstaat, die hiervoor onder andere zeven klassenbureaus heeft erkend. Klassenbureaus voeren dus inspectiewerkzaamheden uit t.b.v. eigen certificaten maar kunnen ook inspecties verrichten voor de overheid als zij hiervoor geautoriseerd zijn. De inspecties, keuringen en beproevingen van hijs- en hefmiddelen aan boord van schepen zijn in Nederland ook gedelegeerd. Indien een van de geautoriseerde klassenbureaus deze werkzaamheden uitvoert wordt de toepasselijke wet- en regelgeving gevolgd.


2. Wet- en regelgeving m.b.t. hijs- en hefwerktuigen

De wetgeving (specifiek de Arbowetgeving) maakt onderscheid tussen de volgende twee hoofdgroepen hijs- en hefwerktuigen:

  1. hijs- en hefwerktuigen die gebruikt worden voor het laden en lossen aan boord van schepen
  2. overige hijs- en hefwerktuigen aan de wal en aan boord van schepen

N.B. Een verdere specificatie van de overige hijs- en hefwerktuigen in de verschillende categorieën wordt hieronder aangegeven.

Opmerking over hijs- en hefwerktuigen voor het laden- en lossen aan boord van schepen
De wetgeving m.b.t. hijs- en hefwerktuigen die gebruikt worden voor het laden en lossen aan boord van schepen komt voort uit de periode dat de schepen met stukgoed vaak gelost werden door aparte laad- en losploegen die lokaal werden ingehuurd. Deze ploegen moesten dan gebruikmaken van de scheepskranen en het hijsgereedschap van boord. Om ongevallen zoveel mogelijk te voorkomen moest men er van op aan kunnen dat de hijswerktuigen en het hijsgereedschap van het schip in orde waren. Deze zekerheid heeft men ingebouwd door de specifieke certificering. Inmiddels is er in de scheepvaart nog al het een en ander veranderd en is de overslag van stukgoed sterk gereduceerd met de opkomst van het containervervoer.
In de Waterbouw speelt het bovenstaande helemaal niet omdat wij geen commerciële vrachtgoederen laden en lossen maar op z’n hoogst zaken aan de wal zetten of van de wal halen voor reparatie of ander eigen gebruik.
Volgens de definitie van het Arbobesluit vallen de dekkranen aan boord van de schepen in de Waterbouw op enkele uitzonderingen na (denk hierbij bijvoorbeeld aan overslagschepen) dus onder de bovengenoemde groep 2 (“Overige Hijs- en hefwerktuigen”). De praktijk leert echter dat de meeste dekkranen aan boord van de schepen in de Waterbouw ondergebracht zijn in de groep 1 (“hijs- en hefwerktuigen die gebruikt worden voor het laden en lossen”). Hiermee dient men dus rekening te houden.

Informatie in de hierna volgende tabellen en verwijzingen naar tabellen

  • In de 1ste tabel vindt men alle wetsartikelen die voorkomen in de daarna volgende tabellen met specifieke eisen voor hijs- en hefwerktuigen.
  • In de overige tabellen en verwijzingen naar tabellen vindt men per categorie hijs- en hefwerktuigen welke wetsartikelen betrekking hebben op specifieke eisen m.b.t. controles, inspecties, periodieke keuringen, operators, kraanboeken etc.
    De indeling van de verschillende categorieën is als volgt:

    • Categorie 1
      Alle hijs- en hefwerktuigen met een bedrijfslast < 2t
    • Categorie 2
      Alle hijs- en hefwerktuigen met een bedrijfslast ≥ 2t met uitzondering van hijswerktuigen genoemd in categorie 3, 4a, 4b, 5a, 5b, 6a, 6b, 9 en 10
    • Categorie 3
      Mobiele kranen voor haakbedrijf en torenkranen met een bedrijfslastmoment ≥ 10tm en voor het deel m.b.t. bediening ook torenkranen met een giekhoogte van ≥ 20 mtr boven het vlak van ondersteuning en funderingsmachines
    • Categorie 4a
      Hijs- en hefwerktuigen aan boord van zeeschepen voor het laden en lossen
    • Categorie 4b
      Hijs- en hefwerktuigen aan boord van binnenschepen voor het laden en lossen
    • Categorie 5a en 6a
      Hijs- en hefwerktuigen aan boord van zeeschepen die niet gebruikt worden voor het laden en lossen (categorie 5a voor een bedrijflast < 2t en categorie 6a voor een bedrijfslast ≥ 2t)
    • Categorie 5b en 6b
      Hijs- en hefwerktuigen aan boord van binnenschepen die niet gebruikt worden voor het laden en lossen (categorie 5b voor een bedrijflast < 2t en categorie 6b voor een bedrijfslast ≥ 2t)
    • Categorie 7
      Autolaadkranen met een bedrijfslast < 2t
    • Categorie 8
      Autolaadkranen met een bedrijfslast ≥ 2t en met een bedrijfslastmoment < 10tm en autolaadkranen met een bedrijfslastmoment ≥ 10tm waarbij de autolaadkraan uitsluitend bestemd is voor het laden en lossen van de laadbak van het eigen voertuig
    • Categorie 9
      Autolaadkranen met een bedrijfslastmoment ≥ 10tm waarbij de autolaadkraan ook bestemd is voor ander gebruik dan uitsluitend voor het laden en lossen van de laadbak van het eigen voertuig
    • Categorie 10
      Heftrucks


Wetsartikelen die voorkomen in de hierna volgende tabellen met specifieke eisen voor hijs- en hefwerktuigen

Wetgeving hfdst artikel Omschrijving Van toepassing op
Arbobesluit 7 art. 7.4a Keuringen van arbeidsmiddelen Alle hijs- en hefwerktuigen waarvoor geen specifieke keuringen zijn voorgeschreven
Arbobesluit 7 7.17a Uitrusting mobiele arbeidsmiddelen o.a. mobiele kranen en heftrucks
Arbobesluit 7 7.17b Uitrusting mobiele arbeidsmiddelen met eigen aandrijving o.a. mobiele kranen en heftrucks
Arbobesluit 7 7.17c Gebruik mobiele arbeidsmiddelen o.a. mobiele kranen en heftrucks
Arbobesluit 7 7.18 Hijs- en hefwerktuigen algemeen Alle hijs- en hefwerktuigen behalve hijs- en hefwerktuigen aan boord van schepen die gebruikt worden voor laad- en loswerkzaamheden
Arbobesluit 7 7.18a Hijs- en hefwerktuigen voor niet geleide lasten Alle hijs- en hefwerktuigen voor niet geleide lasten behalve hijs- en hefwerktuigen aan boord van schepen die gebruikt worden voor laad- en loswerkzaamheden
Arbobesluit 7 7.29 Onder andere hijs- en hefwerktuigen aan boord van schepen Hijs- en hefwerktuigen aan boord van schepen die gebruikt worden voor laad- en loswerkzaamheden
Arbobesluit 7 7.32 Bedienen van torenkranen, mobiele kranen en funderingsmachines Torenkranen, mobiele kranen, funderingsmachines
Arboregeling 7 art 7.6 Categorieën torenkranen, mobiele kranen en mobiele hei-installaties Torenkranen, mobiele kranen en mobiele hei-installaties
Warenwetbesluit machines 1 art. 1 Algemene bepalingen Definities
Warenwetbesluit machines 1 art. 1a en art. 1b Uitzonderingen Machines waarop de Warenwetbesluit machines n.v.t. is
Warenwetbesluit machines 1 art. 2 lid 5 en 6 Specifieke richtlijnen voor hijskranen en hijs- en hefwerktuigen m.b.t. beroepsmatig personenvervoer Hijs- en hefwerktuigen ingericht voor het beroepsmatig personenvervoer
Warenwetbesluit machines 2 art. 3 t/m 4 Vervaardiging (eisen die gesteld worden) Alle hijs- en hefwerktuigen behalve aan boord van zeeschepen
Warenwetbesluit machines 3 art. 5 t/m 6a Keuring en certificering (bij vervaardiging) Alle hijs- en hefwerktuigen behalve aan boord van zeeschepen
Warenwetbesluit machines 4 art. 6c t/m 6fa Verkeer en gebruik (periodieke keuringen, afgifte van certificaten en kraanboeken) Alle hijs- en hefwerktuigen behalve aan boord van zeeschepen
Warenwetbesluit machines 5 art. 6g t/m 6ja Aangewezen instellingen (instellingen die certificaten mogen afgeven) Alle hijs- en hefwerktuigen behalve aan boord van zeeschepen
Warenwetregeling machines art. 2a Indeling van mobiele- en torenkranen in categorieën Op de aangegeven mobiele- en torenkranen
Technische voorschriften binnenschepen, bijlage II, deel II Inrichting en uitrusting van schepen 11 art. 11.12 Veiligheid op de werkplek - kranen Binnenvaartschepen met een communautair certificaat (CBB of voorheen CCB)
Reglement onderzoek schepen op de Rijn 1995 11 art. 11.12 Reglement onderzoek schepen op de Rijn 1995 m.b.t. kranen Binnenvaartschepen met een certificaat van onderzoek voor op de Rijn (CVOR)

N.B. buiten de bovengenoemde wet- en regelgeving die wordt genoemd in de onderstaande tabellen kennen we ook beleidsregel 7.4-1 "Deugelijkheid kranen". In deze beleidsregel zijn onder andere de normen aangegeven waaraan hijskranen moeten voldoen die in bedrijf genomen zijn voor 1 januari 1995 en die niet voorzien zijn van een CE-markering.

Categorie 1

Alle hijs- en hefwerktuigen met een bedrijfslast < 2t met uitzondering van hijswerktuigen genoemd in categorie 4a, 4b, 5a, 5b, 6a, 6b en 10

Wetgeving Wat is de inhoud van de wetsregel Keuring 1ste ingebruikname en na hermontage Controles, inspecties, periodieke keuringen Operators, kraanboeken/ register, certificaten
Arbobesluit art. 7.4a Keuringen Indien van toepassing voor 1ste ingebruikname en na elke montage op een nieuwe locatie of een nieuwe plek keuren op de juiste wijze van installatie en goed en veilig functioneren. Keuren door deskundige natuurlijke persoon, rechtspersoon of instelling. Zie verder Warenwetbesluit machines art. 3, 3a, 3b, 3c, 4, 5, 5a, 6 en 6a hieronder Een arbeidsmiddel wordt zo dikwijls dit noodzakelijk is gekeurd, waarbij het zonodig wordt beproefd. Voor de keuringen één keer per jaar als minimum aanhouden*. Keuren door deskundige natuurlijke persoon, rechtspersoon of instelling. N.B. Houd bij controles, inspecties, keuringen en beproevingen ook rekening met de voorschriften van de fabrikant. Schriftelijke bewijsstukken van keuringen zijn op de arbeidsplaats aanwezig
Arbobesluit art. 7.18
en art. 7.18a
Algemene wetsregels bij gebruik van hijs- en hefwerktuigen AB art. 7.18 lid 3 “Bediening door personen die daartoe een specifieke deskundigheid bezitten”
Warenwet- besluit machines art. 3, 3a, 3b en 3c, 4, 5, 5a, 6, 6a. Vervaardiging, keuring en certificering De fabrikant of leverancier zorgt dat de machine voldoet aan de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen, technisch dossier, stelt een EG-verklaring van overeenstemming op en brengt CE markering aan. Indien aan bovenstaande wordt voldaan en “installatie”(zie hierboven onder AB art. 7.4a) niet aan de orde is vervalt de verplichting voor een 1ste keuring bij ingebruikname.

*De maximum periode waarna gekeurd moet worden staat niet in het artikel 7.4a van het Arbobesluit echter wel in de “Nota van toelichting” bij de invoering van dit artikel in 1998. De onderstaande zin uit deze toelichting staat in het Staatsblad d.d. 13 oktober 1998 nr 589. Het gaat hierbij om de tekst onder het 2de lid van artikel 7.4a bij de nota van toelichting. (n.b. bij de invoering van dit artikel was het item over periodieke keuring opgenomen onder lid 2 i.p.v. lid 3 zoals in de huidige versie van dit artikel )
De betreffende zin uit het bovengenoemde Staatsblad luidt als volgt:
“Niet voorgeschreven is met welke frequentie een arbeidsmiddel in de gebruiksfase moet worden gekeurd omdat dit afhangt van het soort arbeidsmiddel en de intensiteit van het gebruik. Om de frequentie te bepalen kan de werkgever de risico-inventarisatie en -evaluatie op grond van artikel 4 van de Arbeidsomstandighedenwet gebruiken, waarbij als ondergrens eenmaal per jaar kan worden aangehouden.”
Bovenstaand betekent in de praktijk dat men zich als werkgever aan deze maximum periode moet houden tenzij men aannemelijk kan maken dat deze periode langer zou kunnen zijn.

Categorie 2

Alle hijs- en hefwerktuigen met een bedrijfslast ≥ 2t met uitzondering van hijswerktuigen genoemd in categorie 3, 4a, 4b, 5a, 5b, 6a, 6b, 9 en 10

Wetgeving Wat is de inhoud van de wetsregel Keuring 1ste ingebruikname en na hermontage Controles, inspecties, periodieke keuringen Operators, kraanboeken/ register, certificaten
Arbobesluit art. 7.4a Keuringen Indien van toepassing voor 1ste ingebruikname en na elke montage op een nieuwe locatie of een nieuwe plek keuren op de juiste wijze van installatie en goed en veilig functioneren. Keuren door deskundige natuurlijke persoon, rechtspersoon of instelling. Zie verder Warenwetbesluit machines art. 3, 3a, 3b, 3c, 4, 5, 5a, 6 en 6a hieronder Een arbeidsmiddel wordt zo dikwijls dit noodzakelijk is gekeurd, waarbij het zonodig wordt beproefd. Keuren door deskundige natuurlijke persoon, rechtspersoon of instelling. In het Warenwetbesluit machines worden voor hijskranen in deze groep hijswerktuigen aanvullende eisen gesteld (zie art. 6d 1ste en 3de lid hieronder). N.B. Houd bij controles, inspecties, keuringen en beproevingen ook rekening met de voorschriften van de fabrikant. Schriftelijke bewijsstukken van keuringen zijn op de arbeidsplaats aanwezig
Arbobesluit art. 7.18
en art. 7.18a
Algemene wetsregels bij gebruik van hijs- en hefwerktuigen AB art. 7.18 lid 3 “Bediening door personen die daartoe een specifieke deskundigheid bezitten”
Warenwet- besluit machines art. 3, 3a, 3b en 3c, 4, 5, 5a, 6, 6a. Vervaardiging, keuring en certificering De fabrikant of leverancier zorgt dat de machine voldoet aan de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen, technisch dossier, stelt een EG-verklaring van overeenstemming op en brengt CE markering aan. Indien aan bovenstaande wordt voldaan en “installatie”(zie hierboven onder AB art. 7.4a) niet aan de orde is vervalt de verplichting voor een 1ste keuring bij ingebruikname.
Warenwet- besluit machines art. 6d 1ste en 3de lid Verplichte periodieke keuringen Hijskraan dient tenminste eenmaal per 12 maanden gekeurd te worden door deskundig natuurlijke persoon, rechtspersoon of instelling.
Warenwet- besluit machines art. 6f Bepalingen m.b.t. kraanboek Kraanboek dient aanwezig te zijn op locatie



Categorie 3

Mobiele kranen voor haakbedrijf en torenkranen met een bedrijfslastmoment ≥ 10tm.
Verder geldt voor de hieronder genoemde hijswerktuigen dat zij wat bediening betreft onder categorie 3 en voor het overige deel zoals keuringen etc. onder categorie 2 vallen

  • funderingsmachines
  • torenkranen met een giekhoogte van ≥ 20 mtr boven het vlak van ondersteuning

N.B. Onder categorie 3 vallen ook de autolaadkranen met de bovengenoemde bedrijfslastmoment die bestemd zijn voor ander gebruik dan uitsluitend laden en lossen van de laadbak van het voertuig (zie ook verwijzing in categorie 9).

Wet-
geving
Wat is de inhoud van de wetsregel Keuring 1ste ingebruik-
name en na hermontage
Controles, inspecties, periodieke keuringen Operators, kraanboeken/ register, certificaten Opmerkingen
Arbo-
besluit art. 7.4a
Keuringen Indien van toepassing voor 1ste ingebruikname en na elke montage op een nieuwe locatie of een nieuwe plek keuren op de juiste wijze van installatie en goed en veilig functioneren. Keuren door deskundige natuurlijke persoon, rechtspersoon of instelling. Zie verder Warenwet-
besluit machines art. 3, 3a, 3b, 3c, 4, 5, 5a, 6 en 6a hieronder
Een arbeids-
middel wordt zo dikwijls dit noodzakelijk is gekeurd, waarbij het zonodig wordt beproefd.
In het Warenwet-
besluit en -regeling machines zijn voor deze groep hijs-
werktuigen aanvullende eisen gesteld (zie WWBM art. 6d hieronder). N.B. Houd bij controles, inspecties, keuringen en beproevingen ook rekening met de voorschriften van de fabrikant.
Schriftelijke bewijsstukken van keuringen zijn op de arbeidsplaats aanwezig
Arbo-
besluit art. 7.18 en art. 7.18a
Algemene wetsregels bij gebruik van hijs- en hefwerktuigen
Arbo-
besluit art. 7.32
Voorschriften m.b.t. bedienen van torenkranen, mobiele kranen, en funderings-
machines
Operator dient in het bezit te zijn van een certificaat van vakbekwaam-
heid.
Zie Arboregeling art 7.6 voor specificatie
Arbo-
regeling art 7.6
Indeling hijswerktuigen in categorieën waarvoor certificaat van bekwaamheid vereist is. Operator dient in het bezit te zijn van een certificaat van vakbekwaam-
heid (zie bovenstaande art. AB 7.32)
N.B. zie artikel AR art 7.6 voor de juiste specificatie van de hijs-
werktuigen die onder dit artikel vallen
Waren-
wet-
besluit machines art. 3, 3a, 3b en 3c, 4, 5, 5a, 6, 6a.
Vervaardiging, keuring en certificering De fabrikant of leverancier zorgt dat de machine voldoet aan de essentiële veiligheids- en gezondheids-
eisen, technisch dossier, stelt een EG-verklaring van overeen-
stemming op en brengt CE markering aan.
Indien aan bovenstaande wordt voldaan en “installatie”(zie hierboven onder AB art. 7.4a) niet aan de orde is vervalt de verplichting voor een 1ste keuring bij ingebruikname.
Waren-
wet-
besluit machines art. 6d en 6f en Waren-
wet-
regeling machines art. 2a
Verplichte periodieke keuringen en kraanboek Hijskraan dient tenminste eenmaal per 12 maanden gekeurd te worden door deskundig natuurlijke persoon, rechtspersoon of instelling en ten hoogste 24 maanden na eerste ingebruikname en vervolgens telkens na verloop van ten hoogste 24 maanden door aangewezen instelling. Kraanboek volgens Warenwet-
besluit machines art. 6f. Kraanboek dient aanwezig te zijn op locatie



Categorie 4a

Hijs- en hefwerktuigen aan boord van zeeschepen voor het laden en lossen

Wet-
geving
Wat is de inhoud van de wetsregel Keuring 1ste ingebruikname en na belangrijke wijzigingen of reparaties Controles, inspecties, periodieke keuringen Operators, kraanboeken/ register, certificaten Opmerkingen
Arbo-
besluit art. 7.29
Onder andere algemene wetsregels voor het gebruik van hijs- en hefwerktuigen aan boord van schepen voor het laden en lossen Hijs- en hefwerktuigen die aan boord geïnstalleerd worden, worden voordat zij voor de 1ste maal in gebruik worden genomen, doelmatig beproefd en op hun goede staat onderzocht art. 7.29 lid 2.
Hijs- en hefwerktuigen na iedere belangrijke wijziging of herstelling die van invloed kan zijn op de veiligheid, doelmatig beproeven en onderzoeken op goede staat art. 7.29 lid 3.
Bovenstaande keuringen keuringen uit te voeren door IVW of een certificerende instelling art. 7.29 lid 7
Jaarlijkse controle door deskundig natuurlijk persoon, rechtspersoon of instelling art. 7.29 lid 8.
Ten minste eenmaal per 5 jaar doelmatig onderzoeken door IVW of certificerende instelling art. 7.29 lid 4 en 7.
N.B. Houd bij controles, inspecties, keuringen en beproevingen ook rekening met de voorschriften van de fabrikant.
Register bijhouden volgens een ministeriële regeling vastgesteld model art. 7.29 lid 10.
In AB 7.29 wordt niet gesproken over de operator. Hiervoor terugvallen op AB art. 7.18. In art. 7.18 lid 3 staat: operators dienen een daartoe specifieke deskundigheid te bezitten.
Certificaten van beproevingen en onderzoek volgens AR art 7.4



Categorie 4b

Hijs- en hefwerktuigen aan boord van binnenschepen* voor het laden en lossen

Wet-
geving
Wat is de inhoud van de wetsregel Keuring 1ste ingebruikname en na belangrijke wijzigingen of reparaties Controles, inspecties, periodieke keuringen Operators, kraanboeken/ register, certificaten Opmerkingen
De kranen aan boord van de binnenschepen die voor het het laden en lossen worden gebruikt moeten in de 1ste plaats voldoen aan de wet- en regelgeving voor de kranen zoals genoemd in de tabel voor categorie 5b en 6b. In het betreffende wetsartikel dat genoemd wordt in categorie 5b en 6b staat verder aangegeven dat kranen waarvan de bedrijfslast > 2t bedraagt, die dienen voor de overslag van vracht bovendien moeten voldoen aan de voorschriften van de lidstaat. Met deze opmerking komt de wetgeving aan de orde zoals genoemd in de volgende regel van deze categorie.
Arbo-
besluit art. 7.29
Onder andere algemene wetsregels voor het gebruik van hijs- en hefwerktuigen aan boord van schepen voor het laden en lossen Hijs- en hefwerktuigen die aan boord geïnstalleerd worden, worden voordat zij voor de 1ste maal in gebruik worden genomen, doelmatig beproefd en op hun goede staat onderzocht art. 7.29 lid 2. Hijs- en hefwerktuigen na iedere belangrijke wijziging of herstelling die van invloed kan zijn op de veiligheid, doelmatig beproeven en onderzoeken op goede staat art. 7.29 lid 3. Bovenstaande keuringen keuringen uit te voeren door IVW of een certificerende instelling art. 7.29 lid 7 Jaarlijkse controle door deskundig natuurlijk persoon, rechtspersoon of instelling art. 7.29 lid 8. Ten minste eenmaal per 5 jaar doelmatig onderzoeken door IVW of certificerende instelling art. 7.29 lid 4 en 7. N.B. Houd bij controles, inspecties, keuringen en beproevingen ook rekening met de voorschriften van de fabrikant. Register bijhouden volgens een ministeriële regeling vastgesteld model art. 7.29 lid 10. In AB 7.29 wordt niet gesproken over de operator. Hiervoor terugvallen op AB art. 7.18. In art. 7.18 lid 3 staat: operators dienen een daartoe specifieke deskundigheid te bezitten. Certificaten van beproevingen en onderzoek volgens AR art 7.4



Categorie 5a en 6a

Hijs- en hefwerktuigen aan boord van zeeschepen die niet gebruikt worden voor het laden en lossen (categorie 5a voor bedrijflast < 2t en categorie 6a voor bedrijfslast ≥ 2t)

Wetgeving Wat is de inhoud van de wetsregel Keuring 1ste ingebruikname en na belangrijke wijzigingen of reparaties Controles, inspecties, periodieke keuringen Operators, kraanboeken/ register, certificaten Opmerkingen
Een en ander volgens de wetgeving met dezelfde specificatie zoals genoemd onder respectievelijk categorie 1 of 2. N.B. Warenwetbesluit machines niet van toepassing op zeeschepen en mobiele offshore-eenheden (art 1a lid-j) Een en ander volgens de wetgeving met dezelfde specificatie zoals genoemd onder respectievelijk categorie 1 of 2. N.B. Warenwetbesluit machines n.v.t. op zeeschepen en mobiele offshore-eenheden (art 1a lid-j) gebruik van kraanboek of register (zie voor het laatste punt de opmerking hierover in paragraaf 12.8.3.2.1 )



Categorie 5b en 6b

Hijs- en hefwerktuigen aan boord van binnenschepen* die niet gebruikt worden voor het laden en lossen (categorie 5b voor bedrijfslast < 2t en categorie 6b voor bedrijfslast ≥ 2t)

Wetgeving Wat is de inhoud van de wetsregel Keuring 1ste ingebruikname en na belangrijke wijzigingen of reparaties Controles, inspecties, periodieke keuringen Operators, kraanboeken/ register, certificaten Opmerkingen
Technische voor-
schriften binnen-
schepen, bijlage II, deel II Inrichting en uitrusting van schepen, hoofdstuk 11 Veiligheid op de werkplek art. 11.12 en art. 11.12 van reglement onderzoek schepen op de Rijn 1995
Wet- en regelgeving m.b.t. kranen Voor de 1ste ingebruikneming en voor het opnieuw in gebruik nemen na ingrijpende wijzigingen dient de aanwezigheid van voldoende stevigheid en stabiliteit rekenkundig en door een belastingproef aan boord te worden aangetoond. Voor kranen < 2t kan de deskundige beslissen het rekenkundig bewijs geheel of gedeeltelijk te vervangen door een proef met het 1,25-voudige van de bedrijfslast die over het gehele werkgebied wordt uitgevoerd. De bovengenoemde keuring moet door een door de Commissie van Deskundigen erkende deskundige worden verricht. Kranen dienen regelmatig, echter ten minste eens in de twaalf maanden, door een deskundige te worden onderzocht. Hierbij dient door visuele controle en controle van het functioneren te worden vastgesteld dat de kraan veilig is. Uiterlijk om de 10 jaar na de keuring dient de kraan opnieuw door een door de Commissie van Deskundige erkende deskundige te worden getest. Voor alle kranen moeten ten minste de volgende bescheiden aan boord aanwezig zijn:
a.
de gebruiks-
aanwijzing van de fabrikant van de kraan (zie voor specificatie het genoemde wetsartikel).
b.
de verklaring over de uitgevoerde testen van alle keuringen.
Kranen waarvan de bedrijfslast > 2t bedraagt, die dienen voor de overslag van vracht , of die aan boord van bokken, pontons en andere drijvende werktuigen of schepen bestemd voor bouwwerk-
zaamheden zijn opgesteld, moeten bovendien voldoen aan de voorschriften van de lidstaat (zie categorie 1,2, en 4b).



Categorie 7

Autolaadkranen met een bedrijfslast < 2t
Dezelfde specificaties als aangegeven voor categorie 1
N.B. de EG-verklaring dient hierbij betrekking te hebben op het samenstel van laadkraan en vrachtauto.

Categorie 8

Autolaadkranen met een bedrijfslast ≥ 2t en met een bedrijfslastmoment < 10tm en autolaadkranen met een bedrijfslastmoment ≥ 10tm waarbij de autolaadkraan uitsluitend bestemd is voor het laden en lossen van de laadbak van het eigen voertuig
Dezelfde specificaties als aangegeven voor categorie 2
N.B. de EG-verklaring dient hierbij betrekking te hebben op het samenstel van laadkraan en vrachtauto.

Categorie 9

Autolaadkranen met een bedrijfslastmoment ≥ 10tm waarbij de autolaadkraan ook bestemd is voor ander gebruik dan uitsluitend voor het laden en lossen van de laadbak van het eigen voertuig
Dezelfde specificaties als aangegeven voor categorie 3
N.B. de EG-verklaring dient hierbij betrekking te hebben op het samenstel van laadkraan en vrachtauto.

Categorie 10

Heftrucks

Wet-
geving
Wat is de inhoud van de wetsregel Keuring 1ste ingebruikname en na belangrijke wijzigingen of reparaties Controles, inspecties, periodieke keuringen Operators, kraanboeken/ register, certificaten Opmerkingen
Arbo-
besluit art. 7.4a
Keuringen Indien van toepassing voor 1ste ingebruikname keuren op de juiste wijze van installatie en goed en veilig functioneren. Keuren door deskundige natuurlijke persoon, rechtspersoon of instelling Een arbeidsmiddel wordt zo dikwijls dit noodzakelijk is gekeurd, waarbij het zonodig wordt beproefd. Voor de keuringen één keer per jaar als minimum aanhouden*. Keuren door deskundige natuurlijke persoon, rechtspersoon of instelling. N.B. Houd bij controles, inspecties, keuringen en beproevingen ook rekening met de voorschriften van de fabrikant. Schriftelijke bewijsstukken van keuringen zijn op de arbeidsplaats aanwezig
Arbo-
besluit art. 7.17a , 7.17b
en 7.17c
Algemene wetsregels over uitrusting en gebruik van mobiele arbeids-
middelen
Arbobesluit art. 7.17c lid 1 - “Bediening door werknemers die daartoe een specifieke deskundigheid bezitten”
Arbo-
besluit art. 7.18
Algemene wetsregels bij gebruik van hijs- en hefwerktuigen AB art. 7.18 lid 3 “Bediening door personen die daartoe een specifieke deskundigheid bezitten”
Waren-
wet- besluit machines art. 3, 3a, 3b en 3c, 4, 5, 5a, 6, 6a.
Vervaardiging, keuring en certificering De fabrikant of leverancier zorgt dat de machine voldoet aan de essentiële veiligheids- en gezondheid-
seisen, technisch dossier, stelt een EG-verklaring van overeen-
stemming op en brengt CE markering aan. Indien aan bovenstaande wordt voldaan en “installatie”(zie hierboven onder AB art. 7.4a) niet aan de orde is vervalt de verplichting voor een 1ste keuring bij ingebruikname.



3. Wet- en regelgeving m.b.t. hijs- en hefgereedschap

Net zoals bij de hijs- en hefwerktuigen maakt de wetgeving onderscheid tussen de volgende twee hoofdgroepen hijs- en hefgereedschap:

  • hijs- en hefgereedschap dat gebruikt worden voor het laden en lossen aan boord van schepen
  • overige hijs- en hefgereedschap aan de wal en aan boord van schepen


Informatie in de hierna volgende tabellen

  • In de 1ste tabel vindt men alle wetsartikelen die voorkomen in de daarna volgende tabellen met specifieke eisen voor hijs- en hefgereedschap.
  • In de volgende twee tabellen vindt men per categorie hijs- en hefgereedschap welke wetsartikelen betrekking hebben op specifieke eisen m.b.t. controles, inspecties, periodieke keuringen, operators, kraanboeken etc.
    De indeling van de twee categorieën is als volgt:

    • Categorie 3.1
      Hijs- en hefgereedschap exclusief hijs- en hefgereedschap voor het laden en lossen aan boord van schepen
    • Categorie 3.2
      Hijs- en hefgereedschap voor het laden en lossen aan boord van schepen


Wetsartikelen die voorkomen in de hierna volgende tabellen met specifieke eisen voor hijs- en hefgereedschap.

Wetgeving hfdst artikel Omschrijving Van toepassing op
Arbobesluit 7 7.20 Algemene informatie over hijs- en hefgereedschap Hijs- en hefgereedschap algemeen; N.B. voor het hijs- en hefgereedschap aan boord van schepen dat gebruikt wordt voor laad- en loswerkzaamheden zie AB art. 7.29
Arbobesluit 7 7.29 Onder andere algemene informatie over hijs- en hefgereedschap Hijs- en hefgereedschap aan boord van schepen dat gebruikt wordt voor laad- en loswerkzaamheden
Beleidsregel 7 7.3-3 Geschiktheid hijs- en hefgereedschap Hijs- en hefgereedschap algemeen
Beleidsregel 7 7.4-2 Regels m.b.t. de deugdelijkheid van hijs- en hefgereedschap. Hijs- en hefgereedschap algemeen
Beleidsregel 7 7.20 Hijs- en hefgereedschap; onderzoek en beproeving Hijs- en hefgereedschap exclusief het hijs- en hefgereedschap aan boord van schepen dat gebruikt wordt voor het laden en lossen (zie voor de laatste groep AB art. 7.29)
Warenwetbesluit machines 1 art. 1 Definitie hijs- en hefgereedschappen (7de opsommingspunt), definitie kettingen, kabels en banden (12de opsommingspunt) Hijs- en hefgereedschap exclusief het hijs- en hefgereedschap aan boord van zeeschepen


Categorie 3.1

Hijs- en hefgereedschap exclusief hijs- en hefgereedschap voor het laden en lossen aan boord van schepen

Wet-
geving
Wat is de inhoud van de wetsregel Keuring 1ste ingebruikname Controles, inspecties, periodieke keuringen Operators, kraanboeken/ register, certificaten Opmerkingen
Arbo-
besluit 7.20
Algemene informatie over hijs- en hef-
gereedschap
In dit artikel komt het item m.b.t. 1ste keuring bij ingebruikname niet aan de orde. Zie hiervoor Waren-
wetbesluit machines art. 3, 3a, 3b en 3c, 4, 5, 5a, 6, 6a. hieronder.
Hijs- en hef-
gereedschap dient ten minste eenmaal per 12 maanden op de goede staat te worden onderzocht door een deskundig natuurlijke persoon, rechtspersoon of instelling. Verder staat er dat er waarnodig wordt beproefd.*
Schriftelijke bewijsstukken van keuringen zijn op de arbeidsplaats aanwezig.
Waren-
wet-
besluit machines art. 3, 3a, 3b en 3c, 4, 5, 5a, 6, 6a.
Vervaardiging, keuring en certificering De fabrikant of leverancier zorgt dat het arbeidsmiddel voldoet aan de essentiële veiligheids- en gezondheids-
eisen, technisch dossier, stelt een EG-verklaring van overeen-
stemming op en brengt CE markering aan. In verband met bovenstaande waarbij de fabrikant zorgt voor de beproeving vervalt de verplichting voor een 1ste keuring door de gebruiker .
Beleids-
regel
7.3-3
Regels m.b.t. de geschiktheid van hijs- en hef-
gereedschap
Beleids-
regel
7.4-2
Regels m.b.t. de deugdelijkheid van hijs- en hef-
gereedschap.
In dit artikel wordt o.a. aangegeven aan welke NEN normen moet worden voldaan.
Beleids-
regel 7.20
Regels m.b.t. onderzoek en beproeving In dit artikel wordt aangegeven aan welke onderzoeken en beproevingen moet worden voldaan


*Bij controle, inspectie, keuring en beproeving, inclusief de periodes waarbinnen dit dient te gebeuren, buiten de wetgeving ook de voorschriften van de fabrikant opvolgen.

Categorie 3.2

Hijs- en hefgereedschap voor het laden en lossen aan boord van schepen

Wet
geving
Wat is de inhoud van de wetsregel Keuring 1ste ingebruikname Controles, inspecties, periodieke keuringen Operators, kraanboeken/ register, certificaten Opmerkingen
Arbo
besluit 7.20
Algemene informatie over hijs- en hef-
gereedschap
N.B. zie art. 7.29 N.B. zie art. 7.29
Arbo
besluit 7.29
Onder andere algemene informatie over hijs- en hef-
gereedschap voor het laden en lossen aan boord van schepen
In lid 2 van dit artikel is aangegeven dat o.a. hijs- en hefgereed-
schappen voordat zij voor de 1ste maal in gebruik worden genomen doelmatig beproefd en op hun goede staat worden onderzocht. Voor de standaard items zie de opmerking bij art. 7.20 van categorie 1.
Hijs- en hefgereedschap dient regelmatig doch ten minste eenmaal per 12 maanden op de goede staat te worden onderzocht door een deskundig natuurlijke persoon, rechtspersoon of instelling* (lid 5, 6 en 8). Verder dienen hijs- en hefgereed-
schappen regelmatig doch in ieder geval ten minste eenmaal per 5 jaar, doelmatig beproefd en op hun goede staat onderzocht te worden (lid 4). Deze laatste keuringen/ beproevingen uit te voeren door IVW of certificerende instelling (lid 7).
Aan boord van ieder schip wordt een register van hijs- en hefgereed-
schappen bijgehouden volgens een bij ministeriële regeling vastgesteld model, waarin de in het 9de lid bedoelde certificaten worden opgenomen.
Certificaten van beproevingen en onderzoek volgens AR art 7.4
Beleids-
regels
Zie voor beleidsregels categorie 1


*Bij controle, inspectie, keuring en beproeving, inclusief de periodes waarbinnen dit dient te gebeuren, buiten de wetgeving ook de voorschriften van de fabrikant opvolgen.


4. Wet- en regelgeving m.b.t. plaatogen (puttings)

Net zoals bij de hijs- en hefwerktuigen en hijs- en hefgereedschap maakt de wetgeving onderscheid tussen de volgende twee hoofdgroepen hijsogen:

  • hijsogen voor het laden en lossen aan boord van schepen
  • overige hijsogen aan de wal en aan boord van schepen

Toelichting op wetgeving
Alle hijs- en hefmiddelen vallen binnen het toepassingsgebied van de Machinerichtlijn. Hijs- en hefmiddelen die na 1 januari 1995 in gebruik genomen zijn (c.q. in de handel gebracht zijn), moeten voorzien zijn van een CE-markering en een EG-verklaring van overeenstemming. Verder heeft de Europese Commissie bepaald dat los geleverde hijsankers, hijsogen (schroefbaar en lasbaar), hijslussen (staal en kunststof), corner fittings (containers), ook onder de werkingsfeer van de Machinerichtlijn vallen (bron: EUROPA - WG-2006.13rev2-EN List of lifting accessories). Hijs- en hefmiddelen die voor 1 januari 1995 in gebruik zijn genomen, moeten voldoen aan de eisen gesteld in de Richtlijn Arbeidsmiddelen.

Wetteksten die betrekking hebben op hijsogen/plaatogen/puttings

Wetgeving hfdst artikel Omschrijving Van Toepassing op
Arbobesluit 7 7.29 lid 2 Algemene informatie over beproeving van hijsogen (bevestigingspunten) Alle hijsogen aan boord van schepen voor het laden en lossen
Warenwetbesluit machines 1 art. 1 Algemene informatie over onderdelen of uitrustingsstukken bij hijs- en hefgereedschappen (zie 8ste opsommingsteken) Alle hijsogen aan de wal en aan boord van schepen behalve de hijsogen die gebruikt worden voor het laden en lossen
waterbouw/vgm_handboek_4_33.txt · Laatst gewijzigd: 2014/05/30 22:30 door henk